Hoofdgebouw Hogeschool Leiden

Over

Thema

LCAB breidt onderzoek naar voedselveiligheid uit

Met het project Advanced Precision in Food Safety (APFS) breidt het Leiden Centre for Applied Bioscience (LCAB) het onderzoek naar voedselpathogenen verder uit.

Het kenniscentrum van de faculteit Science & Technology van Hogeschool Leiden heeft eerder al DNA-sequencing ingezet voor het opsporen en herleiden van de ziekteverwekkende bacterie Listeria monocytogenes bij voedselverwerkende bedrijven. In de komende twee jaar wordt dat onderzoek voortgezet, waarbij de focus ligt op een diepgaander onderzoek naar Listeria en tevens onderzoek wordt gedaan naar Salmonella enterica. Een onlangs toegekende RAAK-mkb-financiering maakt de realisatie van het project mogelijk. 

Op en in voedsel bevinden zich vaak micro-organismen. Die zijn meestal onschadelijk en vormen geen gevaar voor de volksgezondheid. Bij ziekteverwekkende micro-organismen, ook wel pathogenen genoemd, ligt dit anders. Voedsel dat besmet is met pathogene bacteriën, schimmels, parasieten en/of virussen kan na consumptie ziekte veroorzaken bij mensen. ‘De voedselindustrie staat nog steeds voor uitdagingen op het gebied van voedselveiligheid. ‘Met dit project dragen we bij aan het terugdringen van voedselveiligheidsrisico’s doordat we voedselpathogenen snel kunnen opsporen en hun bron kunnen achterhalen‘, zegt dr. Astrid Heikema, lector Toegepaste Genomische Microbiologie bij Hogeschool Leiden. 

Met whole genome sequencing kan de gehele DNA-sequentie van een pathogeen als Listeria worden bepaald. Deze unieke ‘vingerafdruk’ kan vervolgens worden vergeleken met de DNA-sequenties van eerder aangetroffen Listeria-stammen. ‘In dit verwantschapsonderzoek onderzoeken we of de DNA-sequentie van een nieuw aangetroffen Listeria-stam overeenkomt met de sequentie van een eerder geïdentificeerde stam’, legt Heikema uit. Het LCAB voert het onderzoek uit, in samenwerking met contractlaboratorium BaseClear, NIZO en microbiologisch laboratorium Eurofins (voorheen WFC). Daarnaast zijn acht voedselverwerkende bedrijven uit de groente-, vlees- en visverwerkingsindustrie, een schoonmaakadviesbedrijf, de Universiteit van Arizona en overkoepelende organisaties als het GroentenFruit Huis, de Visfederatie en de Vereniging voor de Nederlandse Vleeswarenindustrie bij het onderzoeksproject betrokken. 

Hogeschool Leiden
V.l.n.r.: Astrid Heikema, Annasiet Siebenga en Wouter Kleijbeuker.

‘Positief verrast over hoeveelheid kennis en ervaring’

‘Wij vinden af en toe voedselpathogenen. Die horen we te vinden en dat hoeft helemaal geen probleem te zijn zolang je alle maatregelen maar op orde hebt. Wanneer wij echter vaker pathogenen vinden of in grotere aantallen, willen wij daar direct op kunnen handelen’, zegt Annasiet Siebenga van het bedrijf Heemskerk. Dit bedrijf in Rijnsburg verwerkt verse groente en fruit tot onder meer salades, verspakketten kook-, oven- en wokgroenten. ‘Als je een voedselpathogeen aantreft in een maaltijdsalade en je zou alle ingrediënten afzonderlijk moeten inspecteren, dan is dat lastig en tijdrovend. De technieken die in dit project gebruikt worden, zorgen ervoor dat de bron van een pathogeen veel sneller achterhaald kan worden. Dat levert tijdswinst op en het verkleint daarmee voedselveiligheidsrisico’s.’ 

Hogeschool Leiden
Studenten zijn bezig met DNA-sequencing met behulp van een GridION, een apparaat dat vijf sequencing runs tegelijkertijd kan uitvoeren.

Heemskerk is sinds de start van het onderzoek naar Listeria betrokken en doet ook mee aan dit nieuwe APFS-project. ‘Toen we begonnen was ik positief verrast over de hoeveelheid kennis en ervaring die hier beschikbaar is op het gebied van Listeria. Daarnaast is het onderzoek van het LCAB heel toepassingsgericht. Daardoor kun je er heel veel mee en werkt het heel plezierig’, zegt Siebenga. Luiten, een bedrijf uit Zoetermeer dat ambachtelijke vleeswaren produceert, is ook al geruime tijd betrokken bij het Precision Food Safety-onderzoek. ‘Hoe meer je kunt monitoren, hoe meer antwoorden je krijgt. Je hebt een pathogeen gevonden, maar welke is het en wat is de herkomst? Is het een interne of een externe bron?’, zegt Wouter Kleijbeuker van Luiten en benadrukt daarmee de meerwaarde van het project. 

‘Wij denken goed na over monitoring en zijn iedere dag bezig met het beheersen van voedselveiligheidsrisico’s. Als je pathogenen aantreft omdat schoonmaakprocedures of -middelen niet effectief genoeg blijken, kun je daar zelf op handelen. Maar bij grondstoffen die bij ons binnenkomen zijn wij ook afhankelijk van onze leveranciers’, legt Kleijbeuker uit. In de toekomst zou je volgens Kleijbeuker hele productieketens kunnen betrekken bij dergelijke onderzoeksprojecten. ‘Wij zijn eindverantwoordelijk voor de voedselveiligheid van onze producten. Die verantwoordelijkheid nemen wij graag, maar die zouden we ook graag meer willen delen met onze leveranciers die betrokken zijn bij eerdere stappen in het productieproces.’