Buitenboosters 13

Serie 1: Buitenbooster 13

Veel kinderen houden van dieren, spelen graag buiten, verzamelen stenen - kortom, ze zijn meer of minder bewuste natuurliefhebbers. In deze Buitenbooster laat een onderzoeker-in-de-dop je zien hoe je kinderen een onderzoek-boost kunt geven.

Hiervoor gebruikt ze ‘Het grote thuis-natuur klooiboek’. Een  boek vol inspirerende voorbeelden die toegelicht worden vanuit natuurmusea. Musea kunnen van grote waarde zijn om de leermogelijkheden van kinderen te verrijken. De waarde kan liggen in het opwekken van nieuwsgierigheid, interesse en verwondering; zij hebben de expertise, rolmodellen en middelen om een specifiek onderwerp (zoals biodiversiteit, bodemschatten of dino’s) voor een breed publiek relevant en toegankelijk te maken.

Steeds vaker zetten musea zich in om deze waarde ook buiten de muren van de instelling in te zetten. Dat is mooi, want een museumbezoek is maar een kort moment in het leven, hoewel vaak met een hoge impact. En, in een natuurmuseum zie je de dode natuur, niet de levende.

Met ‘Het grote thuis-natuur klooiboek’ wordt een brug geslagen tussen de musea en de buiten-leeromgeving. Het boek van Astrid Poot in samenwerking met natuurmuseum-experts staat vol onderzoekende activiteiten in de echte natuur, waar iedereen, overal aan mee kan doen. In de video wordt een activiteit uit het boek uitgelicht. Experimenteren jullie mee?

Kinderen zijn échte onderzoekers, ze zijn nieuwsgierig naar het waarom van de dingen om hen heen en verkennen al handelend hoe dingen werken. Ze functioneren het best op de grens van wat zij al kunnen en wat zij net niet kunnen, maar wel willen. Dat is een ontzettend interessant gegeven. Leerkrachten, professionals en ouders kunnen in dit onderzoeksproces van waarde zijn door ruimte te geven aan het onderzoekend leren, door mee te doen, maar zeker door goed te kijken wat de aandacht van de kinderen trekt. Dat is het begin van een goed vervolg.

Onderzoekend leren, of leren onderzoeken zijn vormen van educatie waar al decennialang aandacht voor is. Er bestaan verschillende vormen en manieren om onderzoeksgericht te werken met kinderen. Leren onderzoeken draait met name om het uitvoeren van een onderzoek, gericht op ‘waarheidsvinding’. Deze manier van werken volgt grofweg de stappen van het wetenschappelijke onderzoeksproces, de aanpak is dan ook vrij gestructureerd en past dan meer bij het voortgezet onderwijs.

Het kan ook draaien om het onderzoekend bezig zijn, dan spreekt men van onderzoekend leren. In het basisonderwijs wordt gebruik gemaakt van onderzoekend en ontwerpend leren (OOL) of men werkt vanuit OGO (ontwikkelingsgericht onderwijs). Uitgangspunten hierbij zijn: leren door te doen (actief leren), nieuwsgierigheid opwekken, vraaggestuurd bezig zijn (vragen stellen en al dan niet proberen antwoorden te vinden), leerlinggericht.

Bij jongere kinderen is met name het ‘vooronderzoek’ belangrijk, het zogenaamde aanrommelen en verwonderen. Deze eerste fasen zijn overigens voor elke onderzoeker van waarde; het stimuleert creatief, divergent en oplossingsgericht denken. Van hieruit volgen vanzelf vragen, die vervolgens vanuit eigen nieuwsgierigheid en motivatie onderzocht kunnen worden.

Meer lezen over: