Een onverwachte wending: hoe Klaartje haar passie vond in de ouderenzorg
Verpleegkunde? Dat was voor Klaartje Wildschut (25) niet meteen een logische keuze. “Ik wist dat ik iets in de zorg wilde doen, maar wat precies? Geen idee. Of het nou boterhammen smeren voor ouderen was of dokter worden, het maakte me eigenlijk niet uit. Ik wilde gewoon iets betekenen voor mensen.”

Na de havo besloot Klaartje vwo te doen, met het idee om psychologie te studeren. “Maar scheikunde en natuurkunde bleken niet mijn sterkste vakken. En psychologie voelde uiteindelijk toch niet als de juiste richting. Toen dacht ik: ik ga gewoon hbo-Verpleegkunde doen en dan zie ik wel waar ik uitkom.”
Meer dan het clichébeeld
In het begin had Klaartje een beperkt beeld van het vak. “Ik dacht echt dat verpleegkunde vooral billen wassen was en werken in verzorgingshuizen. Dat leek me helemaal niks, zeker niet op mijn zestiende.” Maar toen ze eenmaal met de opleiding begon, ontdekte ze hoe veelzijdig het beroep eigenlijk is. “En eerlijk? Wassen en aankleden is de basis. Als je die basiszorg niet goed beheerst, word je geen goede verpleegkundige. Dat besefte ik al snel.”
Van theorie naar praktijk
De opleiding voelde als een goede match. “De klassen waren klein en er was veel persoonlijke begeleiding. Ik had het moeilijker verwacht, eigenlijk. De theorie vond ik niet zo uitdagend, maar de praktijk wél. Gelukkig begon je al vanaf het eerste jaar met stages, en dat vond ik echt een pluspunt.”
Haar eerste stage bracht haar in een verpleeghuis, op een afdeling voor ouderen met dementie. “Dat was pittig. Sommige bewoners konden agressief zijn en ik had geen idee hoe ik daarmee om moest gaan. Maar ik leerde snel. En ik ontdekte dat de sfeer op een afdeling misschien nog wel belangrijker is dan de taken die je uitvoert.”
Tijdens haar opleiding liep ze stage in de thuiszorg, het ziekenhuis en het verpleeghuis. “Elke plek was leerzaam, maar wat ik miste was een breder beeld van de mogelijkheden binnen hbo-Verpleegkunde. De standaardroutes leer je wel in je stages, maar ik had graag meer inzicht gekregen in andere richtingen.”
Een onverwachte wending
Soms kom je precies op de juiste plek terecht zonder dat je het verwacht. “In mijn derde jaar kreeg ik een stageplek bij De Parelvisser in Leiden. Ik weet nog dat ik mijn studieloopbaanbegeleider belde: ‘Nu moet ik alweer de thuiszorg in!’ Ik had er echt geen zin in. Maar goed, ik had geen keuze, dus ik besloot er gewoon voor te gaan.”
En dat bleek een schot in de roos. “Mijn begeleider was wijkverpleegkundige en ik liep veel met haar mee. Ik zag hoe breed de functie eigenlijk is en hoeveel zelfstandigheid je hebt. Na mijn stage bleef ik hier werken als flexmedewerker. Vervolgens had ik een minder fijne stage in het ziekenhuis en wist ik: daar ga ik niet werken. Ik koos voor de minor ‘Management in de Zorg’ en liep die ook bij De Parelvisser. Toen mijn begeleider vertrok, vroegen ze of ik haar functie wilde proberen. Dat vond ik spannend, maar ik dacht: waarom niet? En nu werk ik hier alweer drie jaar.”
Werken als wijkverpleegkundige
“Mijn ‘wijk’ is eigenlijk gewoon dit gebouw", legt Klaartje uit. “Ik indiceer zorg, voer intakegesprekken en kijk wat mensen nog zelf kunnen. We willen dat ouderen zo zelfstandig mogelijk blijven, ook al wonen ze hier. Daarnaast heb ik veel contact met huisartsen, apotheken en managers. Het is echt een brede functie.”
Dat ze uiteindelijk in de ouderenzorg terecht zou komen, had ze nooit verwacht. “Vroeger riep ik altijd dat ik kinderverpleegkundige wilde worden. Nu werk ik volledig in de ouderenzorg, en ik zou niet anders willen. Ouderen zijn eerlijk, het werk is complexer dan mensen denken, en ik vind het bijzonder om bij te dragen aan iemands laatste levensfase. Dat klinkt misschien zwaar, maar het is juist heel waardevol.”
Advies voor toekomstige verpleegkundigen
Voor twijfelende studenten heeft Klaartje een duidelijke boodschap: “Heb je een zorghart? Ga het gewoon doen. Niet alles zal even leuk zijn, maar dat is in elke studie zo. En nee, verpleegkunde draait echt niet alleen om billen wassen. Echt niet.”

Van twijfel naar trots verpleegkundige: het verhaal van Esther

Met volle overtuiging: hoe Julie haar roeping vond in de kraamzorg
