De ervaringen van ouders met een prematuur geboren kind
Onderzoek over prematuur ouderschap.
Door: Anouk Godthelp
Opleiding: Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH)
Maand en jaartal: juni 2016
Project/thema: Prematuur Ouderschap
Achtergrond
Het lectoraat Ouderschap en Ouderschapsbegeleiding heeft binnen het project ‘Leuker voor later’ gemerkt dat ouders met prematuur geboren kinderen andere ervaringen op het gebied van ouderschap hebben. Dit in vergelijking met ouders die een voldragen kind hebben gekregen. Echter is er nog weinig informatie over de factoren die het ouderschap beïnvloeden met een prematuur kind.
Hieruit vloeit de volgende hoofdvraag van het onderzoek van Anouk: welke factoren beïnvloeden het welzijn van ouders met een prematuur kind in de leeftijd 0-2 jaar en waar ligt een eventuele ondersteuningsbehoefte?
Vanuit de theorie
Een prematuur kind is een kind dat voor de 32ste week geboren wordt. Dan komen de kinderen op de neonatologie-afdeling in een academisch ziekenhuis, een intensive care voor de prematuren. Uit de literatuur komt naar voren dat er veel gevolgen en consequenties zijn, wanneer het kind prematuur geboren wordt. Zo kan een kind problemen ervaren op het gebied van gedrag, eten, slapen en hechting.
Er zijn verschillende factoren die het ouderschap beïnvloeden, zoals individuele factoren, het thuisklimaat en het netwerkklimaat. Er zijn buffers die deze factoren ondersteunen, namelijk goede ouder ervaringen, een metapositie kunnen innemen ten opzichte van het ouderschap (jezelf als ouder van een afstand kunnen bekijken), een solidaire gemeenschap en een goede taakverdeling.
Literatuurstudie wijst ook uit dat er in het ouderschap veel factoren zijn die mentale en fysieke stress met zich mee kan brengen en het ouderlijk welzijn daarmee beïnvloeden. Dit geldt des te meer voor ouders met een te vroeg geboren kind.
Onderzoeksmethode
Er zijn tien interviews afgenomen aan de hand van topic-vragen. De tien ondervraagde ouders waren moeders die tussen week 24 en 32 bevallen zijn. Deze ouders zijn geworven via social media, flyers en nieuwsbrieven.
Resultaten
Uit de interviews kwam naar voren dat onzekerheid en stress belangrijke thema’s zijn binnen het premature ouderschap. Ouders hebben een onzekere, lange ziekenhuisperiode meegemaakt en daarna is de thuiskomst met het kind erg spannend. De aansluiting tussen ziekenhuis en de reguliere zorg (consultatiebureau) wordt door niet alle ouders als prettig/goed ervaren.
“De ondersteuning die je redelijk in het ziekenhuis kreeg, dat krijg je thuis niet. Ik heb totaal geen ondersteuning gehad thuis. Dat is best een emotioneel aspect, want je hebt niks waar je op terug kan vallen op dat moment.” (moeder)
Niet alleen heeft prematuur geboorte effect op het emotionele welzijn van de ouder, maar ook op de andere factoren thuisklimaat en netwerkklimaat. Deze factoren komen extra onder druk te staan. Het netwerk is niet altijd op de hoogte wat een prematuur kind zo al met zich mee brengt voor ouders.
“Nou, om te weten hoe het is om een ouder van een prematuur te zijn, snapt niemand, tenzij je de ouder bent. … Het echte gevoel dat er achter zit, het kwetsbare, dat je haar eventueel had kunnen verliezen, dat je bij die onderzoeken en dingen bent geweest, dat begrijpt gewoon niemand. Dat begrijp je dan met z’n tweeën, en andere ouders zeg maar.” (moeder)
Aan de hand van de resultaten van het onderzoek concludeert Anouk dat bij de geïnterviewde ouders sommige buffers zijn weggevallen, of onvoldoende zijn om de ouder te ondersteunen. Hierdoor wordt het welzijn van de ouder negatief beïnvloed. Er kan extra ondersteuning nodig zijn om het ouderschap bij ouders met een prematuur geboren kind te versterken.
Aanbevelingen
Op basis van de uitkomsten van de literatuurstudie en de interviews zijn de volgende aanbevelingen geformuleerd, bijvoorbeeld voor de Vereniging voor Ouders met Couveusekinderen (VOC) en voor professionals die te maken krijgen met deze kwetsbare doelgroep:
- Meer begrip voor ouders van prematuren creëren bij medisch personeel, bijvoorbeeld door middel van deskundigheidsbevordering.
- Premature nazorg bieden, veel gemeenten lopen achter op het gebied van nazorg.
- De samenwerking tussen ziekenhuis en consultatiebureau versterken.
- Als hulpverlener het gezin helpen bij thuiskomst.
- Informatievoorziening bieden voor het netwerk (werk en privé) van de ouder.