Chemie

In die ongeveer 25 uur naast de vaste activiteiten:

• Bereid je practica en toetsen voor.
• Werk je labresultaten uit en schrijf je verslagen.
• Werk je zelf, in duo’s of een groep aan opdrachten.

De theorie bespreek je in kleine groepjes of met de hele klas. Alle thema’s en projecten sluiten aan op de banen van vandaag en morgen. Altijd binding met de praktijk dus!

Bij de opleiding heb je van dag één tot je diploma-uitreiking dezelfde studieloopbaanbegeleider voor al je vragen en advies over je studievoortgang. Vooral in je eerste jaar krijg je veel begeleiding.

In de loop van je studie krijg je al snel veel ruimte en verantwoordelijkheid om je eigen keuzes te maken: zowel in de inhoud als in je snelheid en manier van leren.

Wil je deze studie doen met een functiebeperking? In de meeste gevallen kan dat gewoon! Lees meer over studeren met een functiebeperking en maak een afspraak.

Het jaar bestaat uit vier periodes. Dit is wat je globaal kunt verwachten.

Eerste periode

• Je leert de basis van goed en veilig werken op een laboratorium.
• Je verdiept de chemische kennis die je op het havo of vwo hebt geleerd.
• Je krijgt wiskunde en natuurkunde, om de chemie goed te begrijpen.

Tweede periode

• Je maakt aspirine en analyseert dit: is het de juiste stof en hoe zuiver is het?

Derde periode

• Je doet onderzoek naar de kwaliteit van water: voldoen de watermonsters aan de eisen van de wet?

Vierde periode

• Je leert meer over de (bio)organische chemie.
• Je maak je een eigen geurstof en verwerkt deze in een product.

Wat moet je halen in je eerste jaar Chemie?

Aan het eind van het eerste jaar krijg je een bindend studieadvies (BSA). Heb je tussen de 48 en 60 studiepunten (EC) behaald? Dan mag je door naar het tweede jaar.

Haal je dit niet? Dan mag je helaas niet verder. We zoeken dan samen naar een alternatieve opleiding.

Tijdens je eerste jaar vertellen we je natuurlijk alles over de hoofdfase van de opleiding. Dit zijn alvast een paar highlights.

Je werkt met verschillende studenten aan een project en leert op het lab omgaan met apparatuur. Hoogtepunt van jaar 2: het kiezen van een specialisatie. Lees hieronder meer.

Als je deze specialisatie kiest, ga je halverwege jaar 2 dieper in op de synthese van (nieuwe) moleculen. Een aantal van je vakken:

• Organische synthese
• Retrosynthese
• Stereochemie
• Polymeerchemie
• Organometaalchemie

De kern van organische chemie

De chemie van koolstofverbindingen: daar draait het om binnen de organische chemie. De natuur is een belangrijke bron van organische stoffen, maar veel organische verbindingen worden in laboratoria gemaakt, ofwel: gesynthetiseerd. Een paar voorbeelden:

• Geneesmiddelen
• Coatings
• Lijm
• Kunststoffen
• Smaakstoffen
• Gewasbeschermingsmiddelen

Als je deze specialisatie kiest, verdiep je je halverwege jaar 2 verder in analytische chemie. Je leert dan werken met technieken zoals:

• Vloeistofchromatografie
• Gaschromatografie
• Massaspectrometrie
• Spectroscopie
• Chemometrie

De kern van analytische chemie

Welke stoffen zijn aanwezig in een monster en in welke hoeveelheid? Daar draait het om binnen de analytische chemie. In deze specialisatie richt je je op de ontwikkeling, validatie en kwaliteitscontrole van chemische analysemethoden.

Een belangrijke taak van elke analytisch-chemisch ingenieur is het op de juiste manier verwerken en interpreteren van meetgegevens. Dit is belangrijk, omdat conclusies van chemisch onderzoek vaak grote en kostbare gevolgen hebben. Denk maar aan de kosten die verbonden zijn aan de reiniging van een vervuilde bodem.

Praktijkvoorbeelden: wat kun je met deze specialisatie?

• Bodemonderzoek: een gemeente wil weten of de grond waarop een woonwijk moet worden gebouwd verontreinigd is of niet, en of de eventuele verontreiniging bepaalde grenzen overschrijdt.
• Kwaliteitseisen: een fabrikant van autolak brengt een nieuwe variant op de markt, maar wil er wel zeker van zijn dat het nieuwe product aan internationale kwaliteitseisen voldoet.
• Veiligheid: een waterleidingbedrijf wordt geconfronteerd met een giftige stof in het Rijnwater, en wil weten of het drinkwater nog wel veilig is.
• Medicijnen: een geneesmiddelenfabrikant wil weten of de medicijnen die zij ontwikkelt wel aan de eisen voldoen qua werking en giftigheid (toxiciteit).
• Milieu: een TNO-instituut zoekt naar verontreinigingen in het milieu, en gebruikt de gegevens om modellen op te stellen voor toxiciteit van in onze leefomgeving aanwezige stoffen.
• Misdaad: het NFI (gerechtelijk laboratorium) doet onderzoek naar kruitsporen om een misdaad op te lossen.

Interessant? Student Merel deelt haar verhaal over deze Chemie-specialisatie.

Jaar 3

Je verdiept je verder in je specialisatie. Ook volg je een minor. Die kan over chemie gaan, maar ook over iets heel anders. Je mag een minor op een andere hogeschool volgen. Of zelf een minor samenstellen, bijvoorbeeld als je in het buitenland wil studeren.

Je ziet: alles kan. Zolang het maar op hbo-niveau is en te maken heeft met je beroepsontwikkeling.

Jaar 4

Je hele laatste jaar besteed je aan een afstudeerproject. Dat voer je uit in een laboratorium in Nederland of het buitenland. Je sluit het project af met bijvoorbeeld een door jou ontwikkelde methode of een presentatie voor de groep. Ook doe je een eindgesprek.

Een paar mogelijke werkplekken

• Onderzoeksinstituten zoals TNO en het RIVM.
• De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en waterlaboratoria.
• Laboratoria van ziekenhuizen, en van bedrijven zoals Unilever, Merck Sharp & Dohme (MSD), Solvay, Shell en Akzo-Nobel.
• Voor de klas in het (hoger) beroepsonderwijs.

En wat doe je dan?

Een paar echte voorbeelden van afgestudeerde Chemie-studenten:

• Je ontwikkelt een nieuwe verf die beter tegen felle regenbuien kan.
• Je verkoopt apparatuur voor het laboratorium.
• Je onderzoekt hoe voedsel langer vers blijft.
• Je verbetert een methode om bodemverontreinigingen aan te tonen.
• Je zoekt een (snellere) manier om een contrastmiddel voor een PET-scan te maken.

Nog niet uitgeleerd? Het hbo-diploma Chemie van Hogeschool Leiden is jouw ticket voor allerlei masteropleidingen. Voor een toekomst in het wetenschappelijk onderzoek, management of medicijnontwikkeling. Kijk goed naar de toelatingseisen. Je kunt al premaster vakken volgen tijdens je minor, aan de Universiteit Leiden bijvoorbeeld.