Rapport 'Daarom vertrekken ze' van lector Saniye Celik aangeboden aan Tweede Kamer
8 juli 2022 - In 2020 gaf de politie Saniye Çelik van het lectoraat Diversiteit & Inclusie van Hogeschool Leiden opdracht om te onderzoeken waarom sommige aspiranten en jong-afgestudeerden het korps vroegtijdig verlaten.
Hierbij is ook gekeken naar de uitstroom van aspiranten met een migratieachtergrond. Het niet kunnen voldoen aan het gangbare bleek een belangrijke reden voor hun vertrek.
Waarom verliest het korps studenten en jong-gediplomeerden terwijl zij wel goed presteren? In 2020 gaf de politie aan Hogeschool Leiden de opdracht om onderzoek te doen naar de vertrekredenen van jonge politiemensen. Dit is uitgevoerd door Saniye Çelik, lector Diversiteit & Inclusie, Margo Veenstra, Jacqueline van Oijen en Natasja Sabajo. Zij zijn gespecialiseerd in inclusievraagstukken en hebben veel kennis van de politiecultuur. De studie kreeg de naam 'Daarom stappen ze op'. Aan het onderzoek deden 2200 aspiranten en jong-afgestudeerden mee.
Anders zijn
De kans op uitval bij de politieopleiding is onder aspiranten en jong-afgestudeerden met een migratieachtergrond groter dan bij studenten met een Nederlandse achtergrond, bleek al uit eerder onderzoek door de politie. Deze groep geeft als verklaring hiervoor aan dat zij de opleiding als onveilig ervaart. Uit door het CBS gepubliceerde cijfers blijkt in 2020 zo’n 32 procent van de uitgestroomde aspiranten een migratieachtergrond te hebben. In 2021 is dat gedaald naar 17 procent, maar in absolute aantallen verdubbeld. In de categorie onder de 30 jaar was in 2020 het aandeel met een migratieachtergrond in de totale uitstroom 24 procent. In 2021 was dit percentage gedaald naar 18 procent.
Studenten die qua profiel anders zijn dan de doorsnee politie-collega lopen meer risico op vroegtijdig vertrek, concluderen de onderzoekers. De organisatie is minder inclusief dan gewenst. Dit wordt ervaren door iedereen die anders denkt, doet en er anders uit ziet dan de mainstream, en wordt het sterkst gevoeld door collega’s met een migratieachtergrond. Veel aspiranten en jong-afgestudeerden die de organisatie verlaten, voelen zich buitengesloten. Simpelweg omdat ze door hun huidskleur, afkomst of geaardheid afwijken van de doorsnee diender.
Conclusies
In het rapport worden de onderliggende patronen van hun vertrek omschreven. Het onderzoek laat zien waar de pijn zit, erkent de politie, en dat er politiemensen vertrekken omdat ze zich niet erkend of onveilig voelen en gepest, gediscrimineerd of uitgesloten worden. Belangrijk ook is dat die patronen een negatief effect hebben op het behoud van jonge collega’s die het korps juist zo hard nodig heeft om als organisatie in te kunnen spelen op de ontwikkelingen in de maatschappij. De politieorganisatie kent veel vaste, ingesleten patronen, merken de onderzoekers.
Aanbevelingen
De onderzoekers doen aanbevelingen om de cultuur bij de politie te veranderen. Zo moeten goed en fout gedrag binnen de opleiding structureel bespreekbaar worden. En docenten en begeleiders moeten zich meer bewust worden van hun rol in het ontwikkelingsproces van nieuwkomers en zo de draag- en veerkracht van aspiranten vergroten. Bij de start van de opleiding én bij de overgang van opleiding naar praktijk moeten bovendien de thema’s diversiteit en inclusie steviger worden ingepast.
Verder moeten aspiranten en jong-afgestudeerden die in de knel zitten eerder hulp krijgen van collega’s die de positie hebben om dat aan te pakken. Mocht het toch niet lukken, dan is het volgens de onderzoekers waardevol dat uitstromers een exitgesprek voeren met een onafhankelijk persoon. De registratie van ontslagredenenvertrekredenen biedt mogelijk aanknopingspunten om bijtijds in te grijpen. Tot slot moeten docenten en begeleiders iedere aspirant leren zien als uniek individu. "Maatwerk in de begeleiding van verschillende studenten is onontbeerlijk", aldus de onderzoekers.
Integrale aanpak
De politie onderschrijft de aanbevelingen. Het opstellen van maatregelen bij de conclusies en aanbevelingen is gestart. Dit onderzoek is een goede toetssteen voor alle initiatieven die de afgelopen tijd al ingezet zijn of op de rol staan. Ook geeft het goed richting aan waar de politie nog verder kan verbeteren. Het taaie vraagstuk van inclusie in relatie tot de instroom zal nu zorgvuldig worden uitgewerkt. Dat kost tijd. Voor de herfst moet er een actieplan zijn dat heel de instroomketen beslaat: van werving, selectie en opleiding tot en met een goede landing van afgestudeerden in de teams.
Het is overigens geen kwestie van alleen het onderwijs vernieuwen. Dit geldt voor heel de politie. Alleen met een integrale aanpak kan de politie het leer- en werkklimaat inclusiever en sociaal veiliger maken. En zo wordt de politie als geheel ook steeds beter.
Over Saniye Çelik
Lector Saniye Çelik is gespecialiseerd in HRM en bestuurs- en organisatievraagstukken. In de 30 jaar dat Çelik in verschillende functies heeft gewerkt bij de overheid – waarvan 17 jaar bij de politie – heeft zij zich verdiept in diverse vraagstukken die spelen binnen het publieke domein. Çelik heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van diversiteitsinterventies binnen overheidsorganisaties. Ze ontwikkelt methodieken en geeft opleidingen trainingen over samenwerking en effectiviteit van politieteams.