Justitie: ‘Actieonderzoek Aanpak Jeugdcriminaliteit helpt actie in gang te zetten’
“Veel van de gemeenten hebben al het gevoel wat er extra nodig is in het jeugdwerk, en Jan Dirk de Jong onderbouwt dat."
Zo beschrijft Carolien Köppen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid de afgelopen drukke maanden van lectoraat Aanpak Jeugdcriminaliteit. “Mensen zoeken naar die onderbouwing van de praktijk door een toonaangevend persoon, dat helpt binnen gemeenten om begrip te krijgen, verbinding te zoeken en acties in gang te zetten én verder te brengen.”
Vandaag op het podium bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid, morgen in een wijkzaaltje. Van landelijke dagbladen tot podcasts tot bereik en goede gesprekken op LinkedIn. De publicatie van het boek van lector Jan Dirk de Jong (Aanpak Jeugdcriminaliteit), ‘Specialistisch Jeugdwerk voor de 2%’, heeft tot een stevige impact geleid. De lector werd onder meer uitgenodigd door het Ministerie van Justitie en Veiligheid om zijn kennis te delen binnen Preventie met Gezag, een reeks bijeenkomsten waarin 27 grote gemeenten met dezelfde opgave op het gebied van jeugdcriminaliteit kennis delen en hun aanpak verder brengen.
“Hij is aansprekend voor uitvoerende instanties omdat hij óók dicht bij de doelgroep staat,” zegt Köppen van het ministerie. “Dit actieonderzoek voorziet in een behoefte. Het blijft niet bij theorie, men herkent het verhaal ook in de praktijk.” Recentelijk begon de lector zijn college bij Preventie met Gezag samen met een jongerenwerker die een ervaringsverhaal deelde. “Een echt verhaal dat binnenkomt en voelbaar is. Mensen snappen het dan al, de theorie is bijna overbodig.”
De Jong gaat tijdens de bijeenkomsten in gesprek en deelt inzichten over de ‘2%’-groep. Deze term verwijst naar jongeren in de beginfase van hun delinquente ontwikkeling (grofweg 10-16 jaar) die inmiddels in beeld zijn voor zeer zorgwekkende (forensische) signalen, waaronder mogelijk al ernstige (gewelds)incidenten. In deze fase is de 2% echter nog niet zo ver doorgegroeid in hun criminele carrière waardoor erger mogelijk nog is te voorkomen met preventief jeugdwerk.