Selectie van modellen
In het selecteren van onze theorieën hebben we ons gericht op twee soorten modellen:
- Conceptuele modellen, die een theorie samenvatten door uit te leggen en / of te voorspellen hoe cruciale organisatieprocessen werken;
- Implementatiemodellen die helpen de organisatorische realiteit te begrijpen. Dit gebeurd aan de hand van een framework dat essentiële informatie voor organisaties genereert of classificeert.
Op basis van de volgende criteria hebben we de conceptuele modellen geselecteerd:
- Bewijs: het conceptuele model moet worden ondersteund door overtuigende empirische resultaten, betrouwbaar, reproduceerbaar zijn (je krijgt telkens hetzelfde resultaat bij een bepaalde set voorwaarden).
- Relevantie: het model moet de wereldwijde uitdagingen van vandaag en morgen raken, het moet de moeite waard zijn om op te lossen, het probleem is oplosbaar met een generale aanpak en toegankelijk genoeg voor gebruik en verbetering.
- Richting: het model moet een substantiële verklarend of voorspellend karakter hebben, met een veel omvattende scope, logische eenvoud bieden en daarmee de bruikbaarheid versterkt.
We hebben onze selectiemodellen consequent als volgt beschreven en verrijkt:
- Een op maat gemaakte tekening die de essentie van het model weergeeft, gebaseerd op de oorspronkelijke academische bron.
- Een probleemstelling waarin wordt uitgelegd waar het model voor bedoeld is.
- De essentie van het model, beschrijft waar het model over gaat.
- Algemene en specifieke richtlijnen voor het gebruik van het model.
- In kaart brengen van typische resultaten.
- Aangeven wat de beperkingen zijn van het model.
- Literatuur, voor elk model een lijst met de drie meest relevante academische referenties.
Aan de hand van boven gestelde criteria kan de lezer op efficiënte wijze een goed beeld krijgen van de mogelijkheden van het model voor verschillende doeleinden, of u nu student, stagiair, ervaren manager of leraar bent.