Lectoraat Residentiële Jeugdzorg

Verantwoording 2018

De verantwoording over 2018 van het lectoraat Residentiële Jeugdzorg over de bijdrage aan de beroepspraktijk en maatschappij, aan onderwijs en professionalisering en aan kennisontwikkeling.

Beroepspraktijk en maatschappij

Het lectoraat Residentiële Jeugdzorg heeft in aansluiting met de voorgaande rapportage verder gewerkt aan het door ontwikkelen en implementeren van een empirisch-wetenschappelijke basis voor een pedagogische visie met betrekking tot onderwijs en zorg voor mensen/kinderen die het in onze samenleving minder getroffen hebben. Dat gebeurt in veel verschillende settingen en in verschillende landen. Kenmerkend zijn settingen die onder druk staan van de publieke opinie en waar vaak sprake is van gevaar. Deze professionele omgevingen waar veel hbo-geschoolde medewerkers werken neigen door het gevaar te veranderen in gesloten systemen van waaruit energie lekt en uiteindelijk beheersmatig werken, fouten en chaos toenemen (tweede wet van de thermodynamica). Denk hierbij aan het (speciaal) onderwijs, open en gesloten jeugdinstellingen of gezinshuizen. Maar ook in tbs-klinieken, forensisch psychiatrische afdelingen, of de maatschappelijke opvang en regionale instellingen voor begeleid wonen (RIBW). Het lectoraat zet zich in om deze praktijkinstellingen en hun medewerkers te ondersteunen bij het uitvoeren van hun maatschappelijk zeer relevante, maar complexe opdracht.

De praktijk-ondersteunende onderzoeksactiviteiten vinden hoofdzakelijk plaats in Nederland, maar ook in Duitsland, Estland, België, drie Balkanlanden (Kosovo, Albanië, Macedonië) en ook in twee Australische jeugdgevangenissen. Door middel van het afnemen van gevalideerde vragenlijsten, al dan niet aan gevuld met kwalitatieve onderzoeksmethoden, verkrijgen we inzicht in het door jeugdigen of cliënten ervaren leef- en leerklimaat en het door medewerkers ervaren werkklimaat in de (forensisch) residentiële instelling. De onderzoeksresultaten van elk meetmoment worden op alle niveaus van de organisaties teruggekoppeld met behulp van met de praktijkontwikkelde factsheets en folders. Door middel van reflectie en teamcoaching waarbij de onderzoeksresultaten gebruikt worden, wordt getracht weer energie in het systeem te brengen. Medewerkers krijgen daardoor concrete handvatten om het klimaat en daarmee het professionele handelen te verbeteren. De onderzoeksactiviteiten vinden plaats in nauwe samenwerking met de praktijk, om zo tot voldoende draagvlak te komen en ook voor een groot deel eigenaarschap bij de instellingen zelf te leggen.

In Nederland zijn steeds meer instellingen en VMBO- en (V)SO-scholen in staat om de cyclus van periodiek meten, terugkoppelen en verbeterplannen maken (PDCA-cyclus) zelfstandig(er) te organiseren. Dit is een belangrijke ontwikkeling voor het werkveld, omdat zij meer en meer in staat zijn om verantwoordelijkheid te nemen voor het borgen en verbeteren van leef-, leer- en werkklimaat.  

Naast het faciliteren en begeleiden van de verbetercycli van leef-, leer-, en werkklimaat is er daardoor steeds meer ruimte voor verdiepend (promotie)onderzoek. Zo wordt er onderzoek uitgevoerd naar professioneel handelen van medewerkers in (forensisch) residentiële instellingen, maar ook bijvoorbeeld bij de politie. Daarnaast is er aandacht voor onderliggende processen die het welzijn en werkplezier van medewerkers beïnvloeden. Ook wordt er gewerkt aan de doorontwikkeling van meetinstrumenten, zoals de leefklimaatvragenlijst (GCI 2.0), een vragenlijst over thuisklimaat en het ouderperspectief.

Onderwijs en professionalisering

In 2018 hebben veel studenten en docenten bij vijf hogescholen (Windesheim, CHE, Avans, Zuyd en vijf universiteiten (Universiteit van Amsterdam, VU Amsterdam, Radboud Universiteit, Open Universiteit en Ugent) geleerd van de uitkomsten van de kennisontwikkeling van het lectoraat. Zij hebben daar via deelname aan het onderzoek een actieve bijdrage aan geleverd. Ook zijn er gastcolleges gegeven aan die universiteiten en hogescholen en binnen Hogeschool Leiden voor bijvoorbeeld de minor LVB en is er binnen de minor Werken in Gedwongen Kader een project gestart in samenwerking met het lectoraat. In dit project gaan studenten de praktijk in om verdiepend onderzoek te doen naar het leef- en werkklimaat waarbij studenten ook de resultaten terugkoppelen in de instellingen.

Een bijzondere groep vormen de docenten van het (speciaal) onderwijs bij meer dan 60 scholen waar, binnen de onderzoeken en projecten, gezamenlijke deskundigheidsbevordering is opgezet. Alleen al bij Hogeschool Leiden zijn 6 hogeschooldocenten actief betrokken bij onderzoek en onderwijsontwikkeling, bij andere hogescholen en universiteiten nog veertien docenten, zes lectoren en vijf hoogleraren.

Kennisontwikkeling

Het nieuwe conceptuele pedagogische verklaringsmodel voor kinderen in de jeugdzorg, dat in 2017 werd gepresenteerd op de lectorale rede, is inmiddels op basis van onderzoek verder doorontwikkeld voor organisaties, maar ook voor daders. Deze modellen worden door breed gewaardeerd omdat ze een hoop ingewikkelde literatuur op een simpele wijze samenvatten en toegankelijk maken voor werkveld en onderwijs. In het bijzonder de aandacht voor herstel en persoonsontwikkeling spreekt veel mensen aan. Zo kregen we bijvoorbeeld op het landelijke congres van het speciaal onderwijs veel positieve reacties hierop.

Bijzondere aandacht in 2018 vormde kennisontwikkeling over behandeling van jongeren als het ging om suïcides in de jeugdzorg (Nieuwsuur 29 september 2018 en 13 januari 2019) in de jeugdzorg en meisjes die slachtoffer werden van loverboys en/of eerwraak. Het lectoraat zet zich in voor deze groepen die in onze samenleving erg veel risico’s lopen en breekt een lans bij de overheid en instellingen om veelvuldige overplaatsingen en afzondering terug te dringen.

In 2018 werd er meer dan dertig keer gepresenteerd op nationale en internationale congressen als keynotespreker. De ontwikkelingen in het vakgebied zijn voor anderen dermate interessant dat het lectoraat er nationaal en internationaal een leidende positie heeft verworven, hetgeen blijkt uit vele verzoeken om wetenschappelijke artikelen van collega’s te reviewen en bijna iedere maand ook de media (kranten, radio en tv zoals bijvoorbeeld Nieuwsuur van 29 september) haalt met actuele ontwikkelingen en onderzoeksuitkomsten. Ook is er maandelijks overleg binnen diverse beleidsgremia (ministeries, gemeenten en andere landelijke netwerken).

Daarnaast zijn de resultaten van de onderzoeken ook de basis geweest van verschillende artikelen in (vak)tijdschriften om zo een breed publiek te bereiken. Er zijn zeven wetenschappelijke publicaties in peer reviewed tijdschriften en tien publicaties in vaktijdschriften (allemaal openbaar gemaakt via de website, het mediacentrum of de hbo-kennisbank). Er zijn dit jaar twee proefschriften gerealiseerd. Al deze publicaties vormen een doorgaande lijn sinds het lectoraat is gestart. Ook de conceptuele ontwikkeling binnen het lectoraat gaat gestaag door. Het onderzoek van de lector is bij de Faculteit Maatschappelijke Wetenschappen op de website van de UvA uitgeroepen tot voorbeeld van ‘maatschappelijke impact’ en bij het tijdschrift Sociale Vraagstukken (Movisie) is de lector uitgeroepen tot ‘drager van het maatschappelijke debat’ op het thema jeugdzorg.

Naast de bijdrage van Hogeschool Leiden wordt de kennisontwikkeling gefinancierd door de onderzoeken voor het werkveld en diverse subsidies (ZonMW, Raak, EU-Matra).