Hogeschool Leiden

BLOG: Transformatie gesloten jeugdzorg: een kleine stap voor de mensheid, maar een reuzestap voor de jeugdhulp

SOCIAALWEB - 11 juli 2022 - Hoe realiseren we de beoogde transformatie in de gesloten jeugdzorg? Peer van der Helm schrijft erover.

Staatssecretaris van Ooijen maakte op 8 juli bekend dat hij de gesloten jeugdzorg wil afbouwen. Zijn streven: in 2030 nul gesloten plaatsingen. Daarmee komt er waarschijnlijk een einde aan een lange periode aan dwang en isoleercellen, die al in 2000 begon, maar die tot op heden nog steeds niet is opgelost. Hoe zijn we überhaupt tot een dergelijke systeem gekomen? Wat is er sindsdien allemaal veranderd? En hoe kunnen we deze beoogde transformatie realiseren?

Voor de overheid was het altijd al een lastig dossier: jongeren die een risico voor zichzelf of anderen vormen, en/of zich aan behandeling onttrekken. Vanaf 2000 werden zij, in afwachting op een plaatsing in een open behandelinrichting, in jeugdgevangenissen opgesloten. Weliswaar tijdelijk, maar die open behandelplekken waren er destijds nog niet. Hierdoor verbleven jongeren heel lang in de jeugdgevangenis, vaak veel langer dan jongeren die wél strafbare feiten hadden gepleegd.

Ook de omstandigheden in de jeugdgevangenissen waren destijds bar slecht, zo schreven de gezamenlijke inspecties en de Algemene Rekenkamer in 2007. Als reactie op aandringen van de Kamer om die samenplaatsing met criminele jongeren te stoppen, is in 2008 JeugdzorgPlus ontstaan. Je zou kunnen zeggen: oude wijn in nieuwe zakken, want een deel van deze oude jeugdgevangenissen bleven onveranderd. Inclusief het personeel, dat gewend was aan veel dwang en het gebruik van isoleercellen. In enkele gevallen werden ex-mariniers uit Den Helder ingezet. Toenmalig minister van VWS Hugo de Jonge wilde hier in 2018 al van af, maar dat is nog steeds niet gelukt.

Uit verschillende onderzoeken bleek dat de behandelresultaten van de Jeugdzorg Plus tegenvielen. Dat kwam deels door personeelstekorten, zo schreef de inspectie onlangs. Een rechter uit Leeuwarden vond recentelijk nog dat er te weinig werd gedaan voor een jongere die al 60 dagen in een isoleercel sliep. Hij wilde de machtiging gesloten jeugdzorg slechts met tweeënhalve week verlengen. Het werk is ook niet gemakkelijk, schreef ik in de Volkskrant in 2013 (‘misschien wel het moeilijkste werk ter wereld’). Maar er is een kentering gaande.

Veel gemeenten – waaronder in de regio Zuidwest en de provincies Noord-Holland, Drenthe en Friesland – hebben inmiddels vraagtekens gezet bij deze vorm van jeugdhulp. Al langer experimenteren instellingen als Jeugdformaat (Delft) intensief met gezinshuizen voor jongeren met een voorwaardelijke machtiging gesloten plaatsing. Verschillende aanbieder, zoals Parlan in Noord-Holland (Transferium) en Levvel (De Koppeling in Amsterdam) waren op eigen houtje al bezig met een transformatie van 'Gesloten, tenzij' naar 'open, tenzij'.

In oktober 2019 sloot de Koppeling als eerste dapper haar isoleercellen (hulde!). Het hele complex is onlangs gesloten om kleinschalige, open voorzieningen mogelijk te maken. In 2020 sloot Transferium in Heerhugowaard haar poorten. Susan Terweij, inhoudelijk directeur van Parlan, schreef hier een mooi stuk over.

Ook Schakenbosch (Leidschendam) heeft van de gemeente geld gekregen voor de transformatie van het complex en E-Hub (Horizon) en Via Jeugd (Zuid Limburg) maken plannen. En zo zijn er nog veel andere goede voorbeelden, die ik helaas niet allemaal kan noemen (excuus).

In februari 2022 hield de vaste Kamercommissie van VWS een hoorzitting naar aanleiding van de film van Maasja Ooms (Jason) die veel indruk maakte. Jason, die net als veel andere jongeren hulp nodig had, kwam van de regen in de drup; met een langdurige beschadiging tot gevolg

De staatssecretaris heeft nu de knoop doorgehakt. De grote instellingen worden omgebouwd naar kleinschalige, open voorzieningen in de regio, met uitzicht op nul gesloten plaatsingen met liefdevolle zorg (mooie term). Maar daarmee zijn we er nog niet. De vraag is hoe we deze transformatie en die liefdevolle zorg kunnen realiseren. Wanneer we kijken naar de hier boven geschetste geschiedenis, is voldoende en gemotiveerd personeel de sleutel. Dat personeel moet verbinding maken (werkalliantie) zonder te fixeren en te isoleren. Ook goed onderwijs op niveau zal een bijdrage kunnen leveren aan motivatie van jongeren voor behandeling. En ten slotte gaan jongeren het liefst zo snel mogelijk weer naar huis (indachtig de VWS notitie uit 2019: ‘zo thuis als mogelijk’).

Dat is allemaal niet eenvoudig, want soms beschadigen jongeren zich ernstig – in het voorbeeld van Leeuwarden slikte een jongere batterijen in –, gebruiken ze soms veel geweld tegen personeel, of kunnen ze niet meer terug naar huis, juist vanwege geweld of misbruik. Gelukkig zijn er gezinshuizen en is er de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan naar werkzame methoden om met agressie om te gaan, zoals Geweldloos Verzet. Ook een goed leefklimaat en een gezamenlijke besluitvorming dragen bij aan betere behandelresultaten en minder weglopers. Instellingen als Fier en Yes We Can laten dit uitstekend zien.

De voorgenomen transformatie en sluiting van de JeugdzorgPlus is nog lang niet volbracht, maar één ding is zeker: een gezamenlijk gedragen visie en voldoende geschoolde medewerkers en leerkrachten kunnen deze zware klus klaren. Hogescholen zullen voor die scholing moeten gaan zorgen. En ook dat is geen klein bier, want het blijft ‘misschien wel het moeilijkste werk ter wereld’. Ga er maar aan staan: verbinding maken met een jongere die dat niet wil, zichzelf wat aan probeert te doen of een stoel naar je hoofd gooit. Toch is het voornemen van de staatssecretaris een kleine stap voor de mensheid, maar een reuzestap voor de jeugdhulp in ons land. Is er dan niks meer te wensen? Natuurlijk wel. Eén verzoek aan de staatssecretaris: kan het alstublieft wat eerder dan over zeven jaar?

 

Lees dit artikel ook op de website van Zorg & Sociaalweb