Hogeschool Leiden

Wisselen van behandelaar in de jeugdzorg met een zorgmelding als trap na

SOCIAALWEB - 10 augustus 2021 - Binnen de jeugdzorg hebben jongeren het recht om te wisselen van behandelaar, echter verloopt dit niet altijd even goed. Peer van der Helm licht dit toe.

Net als je soms van tandarts of dokter wisselt om velerlei redenen wissel je soms ook van behandelaar, dat is ons goed recht. Maar niet alle behandelaren in de jeugdzorg accepteren dat. Ze voelen zich gekrenkt en doen dan een zorgmelding. Dat gebeurt vaak bij Veilig Thuis, een Gecertificeerde Instelling, de gemeente of soms bij een officier van Justitie. De gemeente is bijvoorbeeld verplicht onderzoek te doen. En dat veroorzaakt vaak veel angst en onzekerheid bij cliënten. Gekrenktheid bij hulpverleners vertaalt zich in wat we in het Duits ‘Schadenfreude’ noemen (lekker puh!). Op het doen van een valse of wraakzuchtige zorgmelding of een melding bij de Inspectie staat geen sanctie en er zijn geen cijfers over hoe vaak dit gebeurd. Slachtoffers hebben het nakijken en de media staan er vol van met betrekking tot de jeugdzorg. Inmiddels zijn er in ons land drie Gecertificeerde Jeugdbeschermingsinstellingen onder curatele gesteld die te voortvarend te werk gingen na meldingen.

Net als bij de dokter gaat het bij behandeling in de jeugdbescherming, de jeugdzorg en jeugd GGZ niet altijd goed, gezien een groeiend aantal rechterlijke uitspraken. Dat mag en voor een breuk in de behandeling zijn veel redenen voor. De belangrijkste reden is dat er geen ‘klik’ is tussen cliënt en behandelaar. Soms weet een behandelaar het ook niet meer of wordt boos op een cliënt (tegenoverdracht). Soms vindt een cliënt dat er onvoldoende zicht is op herstel en in andere gevallen ontbreekt er behandelmotivatie bij de cliënt zelf, waardoor er een breuk ontstaat en de cliënt op zoek gaat naar een andere behandelaar. In ons land mag dat, maar dat wordt in de praktijk niet zo gezien. En hulpverleners en jeugdbeschermers zinnen soms op wraak.

De geestelijke gezondheid van jongeren staat onder druk. De kranten staan er vol van en wachttijden voor hulpverleners lopen op. Eenmaal bij een hulpverlener gaat het niet altijd goed. Maar al te vaak ontstaat er een breuk in de werkrelatie tussen professionals. De jongere zegt (of ‘doet’) nee, is boos of zegt niks en trekt zich terug. Een professional voelt zich afgewezen en moreel gekwetst: ‘ik deed toch mijn best te helpen’? Soms, als er veel druk op het proces staat, wanneer de jongere een gevaar voor zichzelf en/of voor anderen vormt, komt daar ook nog angst en onbegrip bij de professional bij. Die reageert dan negatief met boosheid en dwang, we noemen dat ‘tegenoverdracht’ en protocollen helpen vaak met dwang, in plaats van dat ze de-escaleren. De beweging van ‘nul’ probeert daar al jaren aandacht voor te krijgen.1

Lees het volledige artikel op sociaalweb.

1. https://www.bewegingvannul.nl/