Robin Talsma

"We hebben alle studenten in de zorg hard nodig, dus hun opleiding is ontzettend belangrijk!''

Robin (31) solliciteerde naar een functie als zorgmanager in opleiding en kon direct aan de slag. Haar afstudeeronderzoek voor Management in de Zorg zorgt dat studenten beter opgeleid en begeleid worden, waardoor hun beroepshouding wordt verbeterd.

Robin Talsma

Voor dit alles werkte ik als maatschappelijk werker bij een revalidatiecentrum waar ik trouwens ook een managementcursus had gevolgd. Ik had de ambitie om door te groeien als manager, maar dat was binnen die organisatie helaas niet mogelijk. Solliciteren op managersfuncties zonder concrete ervaring maakte het erg lastig om iets passends te vinden. Bij Zorgbalans zochten ze juist mensen zonder ervaring, die opgeleid wilden worden als zorgmanager. Dat was een mooie kans voor mij! Ik ging direct aan de slag en mocht om de week een dag naar Hogeschool Leiden voor mijn opleiding.

Mijn onderzoek

Ik startte mijn onderzoek eerst met een ander onderwerp dan waar ik uiteindelijk mee geëindigd ben. Ik heb met mijn leidinggevende gekeken naar waar de vraagstukken lagen binnen de locatie waar ik werkzaam was. Hij wilde graag dat ik een onderzoek zou doen naar een onderwerp dat mij totaal niet lag, waardoor dat vervolgens ontzettend moeizaam van start ging. Vanuit de hogeschool zei mijn docent dat ik beter iets kon onderzoeken waar mijn passie lag, dus ben ik van onderwerp gewisseld. Mijn passie ligt meer bij het opleiden van leerlingen binnen de zorg, zeker aangezien deze markt met een enorme krapte kampt. Het is ontzettend belangrijk om alle studenten binnen te houden en te enthousiasmeren voor het vak, want ze zijn gewoon hard nodig.

We moeten ervoor zorgen dat leerlingen in de zorg gepassioneerd blijven. Dit kan alleen als zij opgeleid worden op een manier die goed bij ze past en hen ontwikkelvrijheid geeft.

Ik signaleerde wat problemen binnen de organisatie, met name bij leerlingen uit generatie Y en hun beroepshouding. Ze scoorden steeds onvoldoende op hun beroepshouding, maar niemand begreep precies waarom. Mijn onderzoek begon dus vooral met kijken naar wat deze generatie nodig had om te zorgen dat de beroepshouding verbeterd kon worden.

Door middel van literatuuronderzoek, een focusgroep en veel interviews kwam ik erachter dat er toch een flinke generatiekloof zat tussen de leerlingen en de werkbegeleiders. De leerlingen staan op de loonlijst en draaien mee als volwaardige collega’s, maar worden niet altijd zo behandeld. Je moet leerlingen ontwikkelvrijheid geven, zeker omdat deze generatie het belangrijk vindt om zelf de regie te hebben. Door dit gesprek aan te gaan kunnen beide partijen zich beter aanpassen aan elkaar, waardoor de leerlingen beter opgeleid worden.

Een contract opstellen

Vanuit de hogeschool wordt aangeraden om een contract op te stellen met je opdrachtgevers. Hierin kun je vastleggen hoe vaak je contact hebt met je begeleider, wanneer je stuk wordt nagekeken en op welke momenten je vragen kunt stellen voor je onderzoek. Ik dacht hier wat licht over en ging ervan uit dat dit niet nodig zou zijn. Gaandeweg kwam ik erachter dat ik dit beter wél kunnen doen, omdat er tijdens mijn onderzoek meerdere keren van manager is gewisseld. De intentie om mij goed te begeleiden was er zeker wel, maar ik moest echt zoeken naar momenten dat er iemand tijd had voor mij. Je voelt je dan een beetje verloren, omdat elke manager weer andere wensen heeft met je onderzoek. Ik raad toekomstige studenten dan ook zeker aan om dit contract op te stellen, puur om het voor jezelf wat makkelijker te maken.

Kies een onderwerp waar je zelf passie voor hebt en ga er zo open mogelijk in. Als je een onderzoek doet naar een onderwerp dat je niet interesseert, zal het ontzettend moeizaam verlopen.

Gouden tip van Robin

Meer weten?

Wil je meer lezen over de HL-Prijswinnaars van 2022 en de opleiding: