Onderzoek naar ouderschap: Leuker voor later!

Het vragenlijstonderzoek: hoe is het welzijn van vaders en moeders?

We zijn druk bezig met de voorbereiding van de wetenschappelijke presentatie van de resultaten van de vragenlijsten. We lichten nu vast een tipje van de sluier op. De vragenlijst bevat meerdere vragen over hoe het met ouders gaat. Ook zitten er allerlei ‘voorspellers’ in: factoren waarvan wij denken dat ze het welzijn van ouders kunnen beïnvloeden. Die factoren hebben we niet zelf verzonnen: mede op basis van onderzoek van anderen hebben wij de vragenlijst samengesteld. Het gaat om zaken als taakverdeling, werk-privébalans, opvoedgedrag en vaardigheden van ouders. Wij zijn geïnteresseerd in deze factoren, omdat als je weet waardoor ouders goed in hun vel zitten, of juist wat hen belemmert, je ook kunt kijken hoe je ouders kunt versterken. Dit komt uiteindelijk ook de opvoeding, en daarmee het kind, ten goede!

De eerste resultaten – vaders en moeders

We zien weinig verschillen tussen het welzijn van ouders: moeders zitten niet slechter in hun vel dan vaders (en omgekeerd), aanstaande ouders voelen zich niet beter dan ouders, (en omgekeerd), en de grootte van het gezin maakt ook niet veel uit. In het bepalen van het welzijn spelen bij vaders en moeders dezelfde factoren een rol. Zelfvertrouwen blijkt bijvoorbeeld een belangrijke factor voor hoe gelukkig je je voelt als ouder. Wat jammer is, is dat er veel meer moeders dan vaders meedoen. Maar: prettig om te weten dat vaders en moeders niet zo veel van elkaar lijken te verschillen, in elk geval niet wat betreft welzijn. In andere factoren waarschijnlijk wel, maar dat is interessant om later nog verder uit te zoeken, als we nog wat meer mannen hebben bereikt.

Een druk leven, druk op de relatie

Uit bestaand onderzoek weten we dat wanneer er een kind komt, dit vaak de relatie met de partner negatief beïnvloedt. Deze relatie komt door allerlei redenen veel meer onder druk te staan: onder andere onzekerheid, minder tijd voor elkaar, spanning over de taakverdeling, en ook natuurlijk slaapgebrek en minder energie spelen een rol. Dat zien wij ook in onze resultaten terug: ouders hebben een (iets) lagere score wat betreft de tevredenheid over de kwaliteit van de partnerrelatie dan aanstaande ouders. Wij willen nu graag nog verder uitzoeken, wat daar nog meer allemaal mee te maken heeft, en hoe je deze negatieve verandering kan voorkómen. In elk geval bevestigen de resultaten het belang van investeren in elkaar, juist wanneer er door de komst van een kind eigenlijk niet zo veel tijd voor de relatie overblijft.