Leraar Basisonderwijs: Pabo

• Je doet tijdens de Pabo-opleiding kennis op én je oefent je vaardigheden: alles is erop gericht om een goede leerkracht te worden.
• In vier jaar tijd maak je kennis met lesgeven in alle groepen van het basisonderwijs.
• Leerkracht zijn vraagt natuurlijk om veel kennis van de schoolvakken. Daarnaast leer je pedagogische (opvoedkundige) en didactische vaardigheden (de manier waarop je kennis overdraagt).
• Wekelijks loop je stage op een basisschool. Daar ervaar je wat het leraarschap van je vraagt en hoe je je talent inzet. We werken nauw samen met onze stagescholen.

Leraar worden doe je niet alleen. Je krijgt begeleiding van een vast team van betrokken en ervaren docenten, ieder met een eigen deskundigheid en passie.

Studiebegeleiding

Elk jaar heb je een vaste studiebegeleider. Je voert samen gesprekken en onderzoekt waar je goed in bent, waar je valkuilen liggen, wat je passie is en waar je ambities liggen. Ook bespreek je je stage- en studievoortgang met je begeleider.

De studiebegeleider is je vaste aanspreekpunt binnen de opleiding. Zo is in jaar 1 de studiebegeleider tegelijkertijd ook je stagebegeleider en docent bij het traject (sport, kunst of wereld) dat je kiest. Je komt je studiebegeleider dus regelmatig tegen en kunt al je vragen stellen.

Studeren met een functiebeperking

Wil je deze studie doen met een functiebeperking? In de meeste gevallen kan dat gewoon! Lees meer over studeren met een functiebeperking en maak een afspraak.

In jaar 1 maak je kennis met het vak leerkracht:

• Je kiest het traject dat bij je past: Sportklas, Kunstklas of Wereldklas. Je gaat wekelijks naar bijeenkomsten van je gekozen traject.
• Je volgt werkcolleges over pedagogiek, didactiek en andere beroepsvaardigheden.
• Je volgt lessen over verschillende basisschoolvakken, zoals taal, rekenen, natuur, geschiedenis en muziek.

Verplichte toetsen

Je doet de landelijke rekentoets (Wiscat) en de toets professionele taalvaardigheid.

Stage

Ook loop je je eerste stage. Hoe sta je voor de klas? Hoe begeleid je kinderen klassikaal en individueel? En hoe vind je dit? Pas jij bij het onderwijs en past het onderwijs bij jou?

Wat moet je halen in je eerste jaar Pabo?

Aan het eind van het eerste jaar krijg je een bindend studieadvies (BSA). Heb je tussen de 48 en 60 studiepunten (EC) behaald én alle essentiële studieonderdelen succesvol afgerond? Dan mag je door naar het tweede jaar.

Blijkt dat de Pabo toch niet de juiste opleiding voor je is? Dan helpen we je graag met het zoeken naar een alternatief.

Tijdens je eerste jaar vertellen we je natuurlijk alles over de hoofdfase van de opleiding, waarin onderwijs en stages elkaar afwisselen. Dit zijn alvast een paar highlights.

Jaar 2

In jaar 2 staat 'de groep en het leren' centraal. Je leert hoe je als leerkracht aansluit bij ontwikkelingsfasen, ontwikkelingskenmerken en het leren van basisschoolkinderen. Ook groei je in het begeleiden van leer- en groepsprocessen in de klas.

Projecten

Jaar 2 kent daarnaast projecten waarin meerdere vakken rondom een centraal thema samenwerken.

• Zo werk je in het project 'Theater' met je klasgenoten samen aan een toneelvoorstelling voor kleuters.
• Tijdens het project 'Lessen voor de toekomst' richt je je op burgerschap. Hoe stimuleer je kinderen tot actief burgerschap? Aan de hand van de antwoorden werk je een lessenserie uit, die je uiteindelijk ook in je stageklas uitvoert.

Trajectbijeenkomsten

Ook in jaar 2 volg je wekelijks trajectbijeenkomsten. Je doet ervaring op met het uitvoeren van een praktijkonderzoek, dat aansluit bij je gekozen traject.

Stage

Verder loop je stage. Het eerste halfjaar in de groepen 1 t/m 4 en het tweede halfjaar in de groepen 5 t/m 8.

Jaar 3 en 4

In jaar 3 en 4 ga je je specialiseren en werk je toe naar je afstuderen.

Jaar 3

• Je kiest voor een specialisatie: het jonge of oudere kind.
• Je loopt vaker stage: twee dagen per week.
• Je leert beter inspelen op (leer)behoeften van individuele leerlingen.
• Je verdiept je in verschillende onderwijsvisies. Je leert je eigen visie te formuleren en uit te dragen.
• Je voert een onderzoek uit. In de trajectbijeenkomsten richt je je op het maken van beleid op je stageschool.

Jaar 4

• Je doet een minor. Kies binnen Hogeschool Leiden bijvoorbeeld voor bewegingsonderwijs, passend onderwijs, rekenen, verhalen vertellen, jeugdliteratuur, internationalisering of digitale geletterdheid. Je kunt ook kiezen voor een minor bij een andere (internationale) hogere onderwijsinstelling.
• Je laat in je LIO-stage (Leraar in Opleiding) zien wie je bent als leerkracht.
• Je sluit de opleiding af met een afstudeerpresentatie, waarin je jouw persoonlijk meesterschap toont.

Als leerkracht draag je kennis over, maar ben je ook pedagoog. Je begeleidt leerlingen in hun leerproces en speelt een belangrijke rol in hun persoonlijke ontwikkeling. Je houdt in de gaten welke leerling extra aandacht of juist extra uitdaging nodig heeft.

Daarnaast maak je op een basisschool altijd deel uit van een team en werk je dus veel samen met collega's. Ook met ouders heb je regelmatig contact.

Waar kun je werken na de Pabo?

• Je mag lesgeven in alle groepen op de basisschool.
• Je mag ook lesgeven op andere educatieve instellingen, zoals het speciaal basisonderwijs, het voorgezet onderwijs (onderbouw), een museum en centra voor kinderopvang.

Na je afstuderen kun je onze nascholingscursussen voor professionals in het onderwijs volgen.

Wil je na je bacheloropleiding Pabo nog een master volgen? Je kunt je bijvoorbeeld verder specialiseren als intern begeleider met de hbo-master Special Educational Needs. Of je kunt je verder professionaliseren tot remedial teacher, directielid of coördinator op het gebied van rekenen en taal.

Of past een universitaire master zoals (ortho)pedagogiek, onderwijskunde of pedagogisch leiderschap beter bij jou? Dan volg je meestal eerst een schakelprogramma op de universiteit.