Onderzoek Moving - lectoraat Transformaties in de Zorg voor Jeugd

MOVING-onderzoek

De overgang van de basisschool naar het middelbaar onderwijs is voor veel jongeren vaak een grote stap. Ze moeten wennen aan een nieuwe school die groter is dan de basisschool, waarin ze te maken krijgen met veel en onbekende leerlingen en docenten, lesroosters, wisselende klaslokalen en huiswerk. Voor jongeren die moeite hebben met sociale communicatie en veranderingen, is deze overgang vaak extra moeilijk. 

Het onderzoek MOVING is een grootschalig onderzoek naar de ondersteuningsmethode STAP. De methode zorgt voor op maat gemaakte handvatten voor de omgeving om de overstap voor de leerling(en) naar het middelbaaronderwijs te versoepelen. De STAP-methode is in Engeland gebleken effectief. Het doel van MOVING is om na te gaan of de STAP-methode in Nederland ook goed bruikbaar en effectief is.

Voor wie is het onderzoek bedoeld?

In MOVING wordt onderzocht of de STAP-methode effectief is in het Nederlands regulier onderwijs, voor leerlingen bij wie sprake is van:   

  • moeite met sociale communicatie, zoals sociaal onhandig zijn of niet goed kunnen communiceren 

en/of

  • moeite met flexibiliteit, zoals niet goed kunnen omgaan met veranderingen of met schakelen tussen activiteiten  

Waarom is het onderzoek belangrijk?

Voor deze groep jongeren betekent de overgang naar het middelbaar onderwijs dat zij vaak extra moeite moeten doen om in contact te komen met nieuwe, onbekende leerlingen en docenten. Ook hebben zij vaak moeite om in een nieuwe omgeving vertrouwd te raken. Door de wisselingen in docenten en klaslokalen en de vele nieuwe leerlingen per klas, lopen deze jongeren risico dat zij zich terugtrekken, gepest worden of dat hun leerprestaties verslechteren.  

Sinds de invoering van Wet Passend Onderwijs in 2014 hebben scholen een zorgplicht. Docenten op middelbare scholen geven aan dat zij het moeilijk vinden om de juiste aandacht aan deze groep jongeren te geven. Ze geven aan dat ze nog onvoldoende handvatten hebben om deze jongeren op een gestructureerde en efficiënte manier te helpen. Project MOVING ondersteunt leerkrachten om deze zorg te kunnen bieden. 

Wat is STAP-methode?

De STAP methode bestaat uit drie verschillende onderdelen: 

STAP-methode in beeld

Hoe gaat het onderzoek er in Nederland uitzien?

De STAP methode is vertaald en aangepast aan het Nederlandse onderwijssysteem. Begin 2018 zal het onderzoek naar de bruikbaarheid en effectiviteit starten. In de regio’s Rotterdam, Alphen aan den Rijn en Gouda wordt het onderzoek afgenomen en de methode ingezet op basisscholen en daarna middelbare scholen in deze regio’s. In samenwerking met samenwerkingsverbanden in deze regio's worden de scholen benaderd en gevraagd of zij aan het onderzoek willen meedoen. Vervolgens worden de ouders en desbetreffende leerling geïnformeerd en gevraagd om deel te nemen aan het project. Alle deelnemers krijgen bij deelname een kleine attentie! Daarnaast ontvangen de deelnemende scholen de methode nadat het onderzoek is afgerond.

Hogeschool Leiden
Hogeschool Leiden

Doordat de STAP-methode onderzocht wordt op effectiviteit is een controle groep noodzakelijk. Hierdoor ontvangt de helft van de deelnemers van het onderzoek de STAP-methode. De controle groep ontvangen de 'overstap zoals gewoonlijk'. Dit betekent dat de leerlingen van de controle groep rond mei geen STAP-coach en warme overdracht ontvangen. Vragenlijsten in maart, oktober en mei worden door beide groepen ingevuld. De leerlingen worden volledig willekeurig aan één van de twee groepen toegewezen. 

Om de effectiviteit van de STAP-methode aan te tonen vullen zowel ouder/voogd, leerling, leerkracht van groep 8 en de mentor vragenlijsten in, zie afbeelding hierboven. Daarnaast wordt met de ouder (in juni-aug) en de mentor (oktober) een interview afgenomen over de deelnemende leerling. De leerling hoeft hier niet bij te zijn. De gegevens van de vragenlijst en van het interview zijn uitsluitend voor onderzoeksdoeleinde en worden geanonimiseerd voor onderzoek analyses. De school ontvangt deze gegevens over de leerling niet. 

De verwachting is dat 200 jongeren en hun ouders aan het onderzoek mee zullen doen, waarvan 100 de overgang naar het middelbaar onderwijs aan de hand van de STAP-methode zullen maken. Bij de andere 100 leerlingen wordt de overstap naar het voorgezet onderwijs gevolgd, zoals deze gewoonlijk ook plaatsvindt. Het eerste cohort start in het voorjaar van 2018 en het tweede cohort in het voorjaar van 2019. Uit een pilotstudie in Alphen aan den Rijn in 2017 kwamen positieve reacties naar voren.  

Samenwerkingen

Hogeschool Leiden

Het onderzoek is met vier verschillende samenwerkingsverbanden van basisscholen en middelbare scholen uit de regio’s Rotterdam en Alphen aan den Rijn opgezet en heeft in 2015 van SIA een RAAK-Pro subsidie gekregen. Het onderzoek wordt uitgevoerd op Hogeschool Leiden (Expertisecentrum Jeugd) en Hogeschool Rotterdam (Kenniscentrum Zorginnovatie). 

Er wordt in het onderzoek nauw samengewerkt met de afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie van het ErasmusMC, de faculteit Sociale Wetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam, de divisie autisme van het Yulius en de academische werkplaats Samen Doen! Verder is er nauw contact met de afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie van University College London (Social Communication Disorders Clinic). Ook is er contact met de Inspectie van het Onderwijs en de gemeente Rotterdam. 

Het onderzoek heeft medisch-ethische goedkeuring bij de METC van het ErasmusMC verkregen. 

Meer informatie

Wilt u meer informatie over het MOVING-onderzoek? Neem dan contact op via het contactformulier of via [email protected] of download de flyer! 

Bekijk ook de Publicaties van MOVING